Over de sector

Wat is een accountant/belastingadviseur?

De werkzaamheden van een accountant of belastingadviseur bestaan erin, in privéondernemingen, openbare instellingen of voor rekening van elke belanghebbende persoon of instelling, de volgende opdrachten uit te voeren (artikel 34 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen).

• alle boekhoudstukken nazien en corrigeren
• zowel privé- als gerechtelijke expertise met betrekking tot de boekhoudkundige organisatie van ondernemingen alsook de analyse met boekhoudtechnische procedés, van de positie en werking van ondernemingen vanuit het oogpunt van hun kredietwaardigheid, rentabiliteit en risico’s
• boekhoudkundige en administratieve diensten bij ondernemingen organiseren en advies verstrekken inzake boekhoudkundige  en administratieve organisatie bij ondernemingen
• de boekhouding van derden organiseren en voeren
• de opdrachten andere dan deze en waarvan de uitvoering hem bij of krachtens de wet is voorbehouden
• advies verstrekken in alle belastingaangelegenheden en belastingplichtige bijstaan bij de nakoming van hun fiscale verplichtingen

De activiteiten bedoeld in puntje 1, 2 en 5 behoren tot het monopolie van de accountants. Volgens artikel 38 van dezelfde wet, bestaan de werkzaamheden van de belastingconsulent uit:

• advies verstrekken in alle belastingaangelegenheden;
• belastingplichtigen bijstaan bij de nakoming van hun fiscale verplichtingen;
• belastingplichtigen vertegenwoordigen.

Een accountant of belastingadviseur kan zijn beroep zowel in het zelfstandige- als het werknemersstatuut uitoefenen.

Hoe starten als accountant/belastingadviseur?

Aan de toelating tot het beroep van accountant of belastingconsulent gaat een driejarige stage bij het instituut vooraf. Op het einde van het bekwaamheidsexamen en na de deliberatie, neemt de voorzitter van de jury de eindbeslissing. Hierbij spreekt de voorzitter zich uit over het al dan niet slagen voor het bekwaamheidsexamen.

Het effectieve lidmaatschap begint op de datum van bekrachtiging door de Raad, op voorstel van de Stagecommissie, na gunstig resultaat van het bekwaamheidsexamen. De leden worden pas op de externe deellijst van de accountants en/of belastingadviseurs opgenomen na eedaflegging voor de voorzitter van de rechtbank van koophandel van het gerechtelijk arrondissement van zijn domicilie.

Concreet mag de titel worden gedragen vanaf de dag dat het lid wordt ingeschreven op het tableau van de leden van het Instituut. De externe leden worden op het tableau van de externe accountants of van de externe belastingadviseurs ingeschreven op de dag dat ze voor de rechtbank van koophandel de eed afleggen.

Hoe ziet de stage van een accountant/belastingadviseur eruit?

Tijdens die driejarige periode van de stage leert men onder begeleiding van een ervaren stagemeester alle facetten van het beroep kennen.

Niet eender wie mag aan de stage beginnen. Om nog maar aan het toelatingsexamen te mogen deelnemen, moet men aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals een universitair diploma of diploma hoger economisch onderwijs kunnen voorleggen. Als een relevant diploma op zak is (bv. boekhouding), kan men een vrijstelling krijgen voor het toelatingsexamen.

Als de stage mag aangevat worden, moet men op zoek naar een erkend accountant en/of belastingadviseur die wil coachen en begeleiden. Doorheen de driejarige stage wordt genoteerd welke opdrachten er uitgevoerd zijn, om zo zoveel mogelijk doelstellingen te realiseren.

Om over te kunnen gaan naar het tweede en derde jaar, moet men slagen voor de tussentijdse proeven die de verworven kennis testen.

In het derde jaar wordt er dan een bekwaamheidsexamen (mondeling én schriftelijk) afgenomen. Als dit parcours foutloos afgelegd wordt, dan mag men zichzelf officieel gecertificeerde accountant en/of belastingadviseur noemen.

Er bestaat ook een kortere weg naar het bekwaamheidsexamen dat traditioneel volgt op de driejarige stage, maar dan moet men aan een aantal strenge voorwaarden voldoen. Men moet minstens zeven jaar beroepservaring in boekhoudkundige of fiscale domeinen kunnen voorleggen, en het instituut moet het dossier goedkeuren.

Aan welke deontologische regels moet de accountant/belastingadviseur zich houden?

De accountants en belastingadviseurs zijn ertoe gehouden de wettelijke en reglementaire bepalingen van het Instituut na te leven. Ze staan onder toezicht van het ITAA en moeten zich verantwoorden voor tuchtrechtbanken als ze deze regels niet naleven.

Permanente vorming

De verplichting tot permanente vorming is opgenomen in de definitie van beoefenaar van een vrij beroep, zoals opgenomen in het Wetboek van Economisch Recht.

Het ITAA heeft voor zijn leden een nieuwe Norm permanente vorming opgesteld, waarbij rekening werd gehouden met de good practices.

Bij de ontwikkeling van deze norm werd rekening gehouden met de nieuwe evoluties in de samenleving, waaronder vormingen op afstand (webinars). Een evolutie die mede door corona is versneld.

Onafhankelijkheid

De accountant/belastingadviseur moet een opdracht weigeren of ervan afzien de uitvoering van dergelijke opdracht voort te zetten, zodra hij het bestaan vaststelt van invloeden, feiten of banden die zijn onafhankelijkheid, wils- of beoordelingsvrijheid kunnen aantasten.

Gewetensvol en met vereiste zorg

De accountant/belastingadviseur moet altijd schriftelijk zijn werkzaamheden bijhouden zodat een getrouwe weergave wordt gemaakt van de uitvoering van de opdracht. Er moet ook een opdrachtbrief worden opgesteld die de wederzijdse rechten en plichten vaststelt.

Professionele aansprakelijkheid

De burgerlijke aansprakelijkheid van de accountant/belastingadviseur moet verzekerd worden.

Beroepsgeheim

Elke accountant/belastingadviseur is gehouden tot naleving van beroepsdiscretieplicht. Dit omvat de verplichting tot geheimhouding van gegevens die hem uitdrukkelijk of stilzwijgend in zijn hoedanigheid als account worden toevertrouwden van de feiten met een vertrouwelijk karakter.

Onverenigbaarheden

Een accountant of belastingconsulent mogen geen commercieel bedrijf of een taak van bestuurder of zaakvoerder uitoefenen of mogen geen werkzaamheden uitoefenen die onverenigbaar zijn met de waardigheid of onafhankelijkheid van hun functie.

Retentieverbod

De accountant of belastingconsulent is ertoe gehouden alle boeken en bescheiden die toebehoren aan zijn cliënt, uit handen te geven wanneer deze erom verzoekt (artikel 26 deontologie).

De overkoepelende beroepsorganisatie, Het Institute for Tax Advisors & Accountants (ITAA) controleert en regelt dit. Als een accountant als zelfstandige werkt, wordt hij aanzien als een ‘extern’ lid, terwijl accountants in dienstverband ‘interne’ leden zijn.

Wat is een advocaat?

“De taak van de advocaat is niet beperkt tot het getrouwelijk uitvoeren van een opdracht binnen het kader van de wet. De advocaat moet waken voor het respect voor de rechtsstaat en voor de belangen van degenen van wie hij de rechten en vrijheden verdedigt. Het is de plicht van de advocaat niet enkel om de zaak van de cliënt te verdedigen, maar ook om zijn raadsman te zijn. Het respect voor de taak van de advocaat is een essentiële voorwaarde tot de rechtsstaat en een democratische samenleving.” (artikel 226 codex deontologie 2017)

Kort samengevat wilt dit zeggen dat een advocaat:

• Ten eerste adviseert bij juridische problemen, privé of zakelijk.
• Ten tweede kan hij ook een onafhankelijk bemiddelaar zijn, om de problemen zo op een vertrouwelijke en vrijwillige manier op te lossen.
• Vervolgens kan de advocaat ook onderhandelen, want vaak wordt men geconfronteerd met juridische teksten zowel privé als professioneel. De advocaat helpt daarin wegwijs te raken en geeft raad over impact van de beslissingen.
• Tenslotte voert hij het proces voor de rechtbank en treedt hij op als woordvoerder voor mensen wiens rechten bedreigd worden. In België heeft de advocaat zelfs een pleitmonopolie.

Een advocaat kan zijn beroep enkel als zelfstandige of als zelfstandige in een associatie uitoefenen.

Hoe starten als advocaat?

Wie advocaat wil worden moet een diploma master in de rechten bezitten (artikel 428 Gerechtelijk Wetboek).

Een master in de rechten is een Belgische master in de rechten. Dit heeft als gevolg dat studenten met een Belgische bachelor en een buitenlandse master sindsdien geen toegang meer hebben tot de balie. Die studenten kunnen de gelijkwaardigheid aanvragen bij een Belgische universiteit.

Meer informatie vindt u hier.

Om te kunnen starten als advocaat moet men na het behalen van zijn diploma, een stageplaats en een stagemeester zoeken. Daarna moet men de eed afleggen en ingeschreven worden op de lijst van de stagiairs. Tijdens de stage is men al advocaat, maar gedurende 3 jaar is er begeleiding door een stagemeester.

De plechtige eedaflegging voor het hof van beroep vindt plaats aan het begin van het gerechtelijk jaar. Om te worden toegelaten moet er eerst een origineel diploma en een attest van nationaliteit neergelegd worden op de griffie van het hof van beroep van het arrondissement waartoe de balie behoort.

De modaliteiten van de eedaflegging vindt u terug op de websites van de balies zelf. Nadat de raad van de Orde van uw balie de inschrijving heeft goedgekeurd, verschijnt men op de lijst van de stagiairs.

Vanaf de inschrijving op de lijst van de stagiairs is men advocaat. Dan mag men een toga dragen en pleiten voor de rechtbank onder begeleiding van de stagemeester.

Na afloop van drie jaar stage moet iedere advocaat-stagiair zijn inschrijving op het tableau aanvragen via een brief aan zijn stafhouder.

Meer informatie vindt u in de brochure 'Wegwijs aan de balie'.

Hoe ziet de stage van een advocaat eruit?

Gedurende de 3 jaar durende stage is een advocaat-stagiair al advocaat, maar er zijn enkele extra verplichtingen waaraan men moet voldoen. Er moet een beroepsopleiding gevolgd worden, examens afleggen en deelnemen aan de juridische tweedelijnsbijstand (pro Deo).

Elke advocaat-stagiair moet tijdens zijn eerste jaar de beroepsopleiding volgen. Die biedt een praktische aanvulling op de universitaire opleiding, met verplichte vakken als deontologie, burgerlijk procesrecht, strafprocesrecht en communicatievaardigheden. Daarnaast zijn er ook nog keuzevakken zoals jeugdrecht, vreemdelingenrecht, of familierecht. De beroepsopleiding bestaat uit 72 studiepunten. Slaagt men voor al die examens, dan bekomt men een bekwaamheidsattest van de Orde van Vlaamse Balies.

Een stagiair is advocaat en dus zelfstandige. Er moet dus een ondernemingsnummer aangevraagd worden, ingeschreven zijn bij een sociaal verzekeringsfonds en aan bepaalde fiscale verplichtingen voldoen. Sinds 1 januari 2014 is er 21 % btw verschuldigd op advocatenerelonen.

Elke advocaat, ook een stagiair, moet dus een advocatenkaart hebben.

Voor meer informatie, klik hier.

Aan welke deontologische regels moet een advocaat zich houden?

De advocaat oefent zijn beroep op deskundige wijze uit met eerbiediging van het beroepsgeheim, van de essentiële plichten van onafhankelijkheid en partijdigheid en met het vermijden van belangenconflicten. Hij eerbiedigt de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, die aan het beroep ten grondslag liggen." (artikel 1 codex deontologie 2017)

Een advocaat staat onder het toezicht van de Orde van Vlaamse Balies (OVB).

Onafhankelijkheid

De advocaat moet kunnen uitvoeren vrij van alle druk, in het bijzonder de druk van eigen belangen of beïnvloeding van buitenaf. Hij moet dus elke aantasting van zijn onafhankelijkheid vermijden.

Onpartijdigheid

De advocaat is steeds verplicht om de belangen van zijn cliënt zo goed mogelijk te behartigen en die boven zijn eigen belangen of die van derden te stellen.

Hij kan ook niet optreden wanneer dat aanleiding geeft tot een belangenconflict tussen advocaat en cliënt of een dreiging daartoe.

Beroepsgeheim

Het beroepsgeheim strekt zich uit tot alle vertrouwelijke informatie die de advocaat in de uitvoering van zijn opdracht verneemt of vaststelt en geldt onbeperkt in de tijd.

Permanente vorming

De verplichting tot permanente vorming is opgenomen in de definitie van beoefenaar van een vrij beroep, zoals opgenomen in het Wetboek van Economisch Recht.

Per gerechtelijk jaar moet een advocaat 20 permanente vormingspunten verzamelen.

Professionele aansprakelijkheid

De advocaat moet met spoed, gewetensvol en met ijver, de cliënt adviseren en verdedigen. Hij aanvaardt hierbij de persoonlijke verantwoordelijkheid voor de taak die hem is toevertrouwd en hij houdt de cliënt op de hoogte van de zaak waarmee hij wettelijk belast is.

Onverenigbaarheden

De uitoefening van het beroep van advocaat is onverenigbaar met elke activiteit die de kernwaarden van de advocatuur en het publieke vertrouwen in de advocatuur in het gedrang kan brengen. (artikel 11 codex deontologie 2017)

Wat is een bedrijfsrevisor?

De bedrijfsrevisor is een onafhankelijke en onpartijdige deskundige, aangeduid door de wetgever, die verslagen schrijft voor ondernemingen. Deze verslagen zijn bestemd voor verschillende partijen: investeerders, werknemers, leveranciers, klanten, enz. Een onderneming kan verplicht zijn door de wet, ofwel op vrijwillige basis beroep doen op een bedrijfsrevisor.

De voornaamste doelstelling is de betrouwbaarheid van de jaarrekening te waarborgen.

De bedrijfsrevisor is echter meer dan de bewaker van de kwaliteit van de jaarrekening. Er worden hem nog heel wat andere taken toevertrouwd bij belangrijke gebeurtenissen van een onderneming. In situaties met tegenstrijdige en uiteenlopende belangen, treedt de bedrijfsrevisor op als onafhankelijk scheidsrechter. Indien er behoefte bestaat aan een onafhankelijk oordeel over een financieel-economisch dossier, doet men een beroep op de bedrijfsrevisor.

Hoe starten als bedrijfsrevisor?

Gelet op het belang van de maatschappelijke opdracht van de bedrijfsrevisor stelt de wet van 7 december 2016 volgende voorwaarden om bedrijfsrevisor te worden (artikel 5):

• Onderdaan zijn van een Lidstaat van de Europese Unie (of van een Staat van de Europese Economische Ruimte) en beschikken over een vestiging in een lidstaat of over een vestiging in België
• Ten hoogste 65 jaar oud zijn
• Geen specifieke (strafrechtelijke) veroordelingen opgelopen hebben
• Houder zijn van een masterdiploma uitgereikt door een Belgische universiteit of een Belgische hogeschool van het lange type of een gelijkwaardig buitenlands diploma
• Minimum drie jaar stage hebben gelopen en de daaraan verbonden stageverplichtingen hebben nageleefd
• Geslaagd zijn voor het bekwaamheidsexamen
• De eed afgelegd hebben voor het hof van Beroep van Brussel
• Verbonden zijn met een bedrijfsrevisorenkantoor of een geregistreerd auditkantoor of over een organisatie beschikken die toelaat om de beroepsverplichtingen na te leven

Na de 3 jaar durende stage en succesvol het bekwaamheidsexamen af te leggen, moet men ook nog de eed afleggen voor het Hof van Beroep. Het IBR publiceert twee maal per jaar de lijst van bedrijfsrevisoren die recent de eed hebben afgelegd. Men wordt dan ingeschreven in het openbaar register der bedrijfsrevisoren.

Daarna moet men verbonden zijn met een bedrijfsrevisorenkantoor of een geregistreerd auditkantoor of zelf een organisatie oprichten die aan de voorwaarden van het beroep voldoet. Men kan dus enkel het beroep als zelfstandige uitoefenen.

Hoe ziet de stage van een bedrijfsrevisor eruit?

De toelatingsvoorwaarden tot de stage zijn gewijzigd door de inwerkingtreding van de wet van 7 december 2016. Het slagen in een toelatingsexamen is niet langer een voorwaarde om de stage te kunnen aanvatten. De praktische modaliteiten met betrekking tot de stage en de verschillende examens zullen een aantal wijzigingen ondergaan. Deze wijzigingen zijn opgenomen in een ontwerp K.B. betreffende de toegang tot het beroep van bedrijfsrevisor, dat in de loop van 2018 zal worden uitgevaardigd.

Om tot de stage te worden toegelaten dient de kandidaat-stagiair de volgende voorwaarden te vervullen (art. 75, § 1 van de wet van 7 december 2016): 

• Onderdaan zijn van een Lidstaat van de Europese Unie (of van een Staat van de Europese Economische Ruimte) en beschikken over een vestiging in een lidstaat of over een vestiging in België
• Geen specifieke (strafrechtelijke) veroordelingen opgelopen hebben
• Houder zijn van een masterdiploma uitgereikt door een Belgische universiteit of een Belgische hogeschool van het lange type of een gelijkwaardig buitenlands diploma
• Ten hoogste zestig jaar oud zijn
• Een stageovereenkomst voor de totale duur van de stage hebben afgesloten met een bedrijfsrevisor natuurlijke persoon die tenminste vijf jaar is ingeschreven in het openbaar register en die zal optreden als stagemeester. De Stagecommissie geeft toegang tot het bekwaamheidsexamen op basis van een globale evaluatie van de stage.
• Het bekwaamheidsexamen wordt tweemaal per jaar georganiseerd. Het omvat een schriftelijk en een mondeling gedeelte voor een jury van vijf personen. Het schriftelijke examen bestaat uit een case study.

Aan welke deontologische regels moet een bedrijfsrevisor zich houden?

Bij het vervullen van de revisorale opdrachten handelt de bedrijfsrevisor in volledige onafhankelijkheid, met respect voor de beginselen van de beroepsethiek. Deze hebben minstens betrekking op de verantwoordelijkheid voor het openbaar belang, integriteit en objectiviteit, alsmede vakbekwaamheid en professionele zorgvuldigheid.

Onpartijdigheid

De revisor mag geen vooroordelen, belangenconflicten of buitensporige invloed van anderen toelaten in zijn professioneel oordeel. De revisor dient eerlijk en oprecht te zijn in zijn professionele relaties.

Permanente vorming

De revisor dient professionele kennis en vaardigheden te onderhouden op het niveau dat nodig is om te verzekeren dat een cliënt bekwame diensten ontvangt op basis van de huidige ontwikkelingen in de praktijk, wetgeving en technieken, alsook toegewijd en overeenkomstig toepasbare technische en professionele standaarden te handelen.

De verplichting tot permanente vorming is opgenomen in de definitie van beoefenaar van een vrij beroep, zoals opgenomen in het Wetboek van Economisch Recht.

Beroepsgeheim

De revisor moet de vertrouwelijkheid van de informatie die hij verkrijgt in zijn professionele relaties respecteren, en mag daarom dergelijke informatie niet onthullen aan derden zonder gepaste en specifieke bevoegdheid. Tenzij er een wettelijke of professionele reden of plicht zou bestaan om zulks toch te doen, noch mag hij deze informatie gebruiken voor persoonlijk voordeel van zichzelf of derden.

Onafhankelijkheid

Alleen de overwegingen die voor de taak van belang zijn, worden in aanmerking genomen bij de te nemen beslissingen. Maar ook alle handelingen vermijden die het objectief denken zouden kunnen in vraag stellen.

Professionele aansprakelijkheid

De bedrijfsrevisor en zijn cliënt stellen een opdrachtbrief op voorafgaande aan de uitvoering van de opdracht. Dit bevat de wederzijdse rechten en plichten.

Daarbij zijn bedrijfsrevisoren aansprakelijk, overeenkomstig het gemeen recht, voor de uitvoering van de opdrachten die hen door de wet zijn toevertrouwd. Ze moeten zich ook verzekeren tegen deze burgerrechtelijke beroepsaansprakelijkheid.

De revisor moet voldoen aan de relevante wetten en reguleringen en elke handeling vermijden die het beroep in opspraak zou kunnen brengen.

Onverenigbaarheden

Het is niet toegestaan om revisorale opdrachten uit te voeren in de volgende omstandigheden:

• Functie van bediende
• Rechtstreeks of onrechtstreekse handelsactiviteit uitoefenen
• Functie van minister of staatssecretaris

Start met de klant -- vind wat de klanten willen en geef het hen.

Wat is een architect?

De architect maakt de plannen op en controleert de uitvoering van de werken waarvoor een bouwaanvraag vereist is (artikel 4 van de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect).
De tussenkomst van de architect blijft niet beperkt tot het tekenen van de plannen. De architect heeft een controlerende en adviserende taak en dit de hele duur van de werken. Voor elk project waarvoor een bouwvergunning noodzakelijk is, dient men sinds 1939 beroep te doen op een architect. Het doel hiervan is de kwaliteit van het bouwwerk te verzekeren en dit zowel op technisch als op esthetisch gebied. 

Samenwerken met een architect geeft een persoonlijke benadering: de architect ontwerpt een project dat aangepast is aan de specifieke prioriteiten, behoeften, wensen, persoonlijkheid en budget.

Hoe starten als architect?

Niemand mag de titel voeren van architect indien hij/zij niet in het bezit is van een diploma dat wettelijk vereist is (artikel 2 van de wet van 20 februari 1939 ): de ingenieurs die gediplomeerd werden overeenkomstig de wetten op het toekennen der academische gradende ingenieurs, die hun diploma bekomen hebben aan een Belgische universiteit, zoals zij bepaald werd bij de genoemde wetten, of in een daarmede gelijkgestelde instelling.
Dus na een studie van 5 jaar en 2 jaar stage kunnen er bouwwerken gerealiseerd worden.

Na een 2 jaar durende stage, kan men gaan voor de titel van architect. Om de titel van architect te voeren en om het beroep van architect in alle wettelijkheid te mogen uitoefenen, moet men zich inschrijven bij de Orde van Architecten die de toestemming verleent (artikels 5 en 8 van de wet van 26 juni 1963 ). Het beroep kan als zelfstandige worden uitgevoerd, of men kan samenwerken met andere architecten of als medewerker in een groter architectenbureau. Men kan dus architect zijn als zelfstandige, loontrekkende of in ambtenarenstatuut.

Hoe ziet de stage van een architect eruit?

De stage is het praktische vervolg op de academische opleiding om toegang te krijgen tot het beroep van architect. Onder begeleiding van een stagemeester ontdekt men de verschillende facetten van het beroep. 
Tijdens de twee jaar durende stageperiode worden de vaardigheden verder verfijnd en wordt de theoretische kennis verder aangescherpt. Een stagiair heeft de mogelijkheid om eigen werk aan te nemen. Als men een persoonlijke opdracht aanvaardt, dient de stagiair over voldoende ervaring, middelen en tijd te beschikken om deze opdracht tot een goed einde te brengen.

De eigen activiteit mag in geen geval tot gevolg hebben dat de kwaliteit van de stage er onder lijdt. In feite zou een stagiair slechts in uitzonderlijke gevallen een persoonlijke opdracht mogen aanvaarden.

Aan welke deontologische regels moet een architect zich houden?

Deze zijn te vinden in het reglement van 16 december 1983 van beroepsplichten door de Nationale Raad van de Orde der architecten vastgesteld.

Professionele aansprakelijkheid

Niemand mag het beroep van architect uitoefenen zonder door een verzekering gedekt te zijn. De burgerlijke beroepsaansprakelijkheid moet dus gedekt zijn, met inbegrip van de tienjarige aansprakelijkheid. Volgens artikel 2270 Burgerlijk Wetboek zijn architecten na verloop van tien jaar ontslagen van hun aansprakelijkheid met betrekking tot de grote werken die zij hebben uitgevoerd of geleid. Deze aansprakelijkheid vangt aan vanaf het moment van de goedkeuring van de werken; namelijk de eindoplevering.

Onverenigbaarheden

Het uitoefenen van het beroep van architect is onverenigbaar met dat van aannemer van openbare of private werken.

Onafhankelijkheid

De architect moet de nodige onafhankelijkheid hebben om zijn beroep uit te oefenen overeenkomstig de opdracht die van openbare orde is en de regels van de plichtenleer, om de verantwoordelijkheid op te nemen voor de daden die hij stelt.

Beroepsgeheim

Het is de architect verboden de geheimen waarvan hij uit hoofde van zijn staat of beroep kennis draagt, bekend te maken.

Monopolie van architect

Op basis waarvan enkel en alleen architecten gerechtigd zijn de plannen op te maken en de controle uit te voeren voor werken waartoe een bouwtoelating is opgelegd.

Permanente vorming

Er is geen wettelijke verplichting tot permanente vorming voorzien voor architecten. Maar gezien de sleutelpositie van de architect in het bouwgebeuren creëerde De Vlaamse Raad van de Orde van Architecten de webapplicatie ’permanente vorming’ voor architecten en architect-stagiairs met daarin een breed aanbod aan activiteiten die belangrijk zijn voor de vorming van architecten (cursussen, opleidingen, workshops, seminaries, symposia, studiedagen, …) en geaccrediteerd zijn door de erkenningscommissie van de Orde.

Wat is een dierenarts?

 Een dierenarts is de persoon die in het bezit is van het wettelijk diploma van doctor in de veeartsenijkunde of in de diergeneeskunde. Hij of zij verzorgt huisdieren of vee, maar doet ook behandelingen zoals chirurgische ingrepen. Daarbij stelt de dierenarts ziekten vast en schrijft de nodige geneesmiddelen voor na een analyse.

 Hoe starten als dierenarts?

Om te starten als dierenarts moet u allereerst de opleiding met succes voltooid hebben en een uitgebreide stage hebben gelopen. Het diploma kan een master in de dierengeneeskunde zijn, een Ma-na-Ma Tropical Animal Health of een postgraduaat.

Daarbij mag niemand de diergeneeskunde uitoefenen zonder ingeschreven te zijn als dierenarts op de lijsten van de Orde die het beroep beheren.

Om als erkende dierenarts te fungeren (noodzakelijk voor het epidemiologisch toezicht, bedrijfsbegeleiding, toezicht op kennels, elektronische identificatie, rabiësvaccinatie e.d.) zal men na de inschrijving bij de Orde der Dierenartsen een aanvraag tot erkenning dienen te richten naar de bevoegde dienst van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu.

Men wordt dan vervolgens uitgenodigd voor de eedaflegging.

Men kan het beroep uitoefenen als zowel zelfstandige, in associatie en als loontrekkende.

Hoe ziet de stage van een dierenarts eruit?

De stage voor de dierenarts verloopt tijdens de opleiding aan de universiteit.

Aan welke deontologische regels moet een dierenarts zich houden?

Permanente vorming

De verplichting tot permanente vorming is opgenomen in de definitie van beoefenaar van een vrij beroep, zoals opgenomen in het Wetboek van Economisch Recht.

Met de bedoeling om kwaliteitsvolle diergeneeskunde aan te bieden, verstrekt de dierenarts in alle omstandigheden zorgen conform de laatste stand van de wetenschap. Iedere dierenarts die diergeneeskundige handelingen stelt, ingeschreven is op één van de lijsten van de orde, en verplicht is lidgeld te betalen, moet voortgezette opleiding volgen in overeenstemming met zijn activiteiten.

De dierenarts moet minstens 60 punten behalen binnen drie opeenvolgende kalenderjaren.

Onafhankelijkheid en onpartijdigheid

De dierenarts moet zijn beroep uitoefenen in totale onafhankelijkheid en onpartijdigheid.

Professionele aansprakelijkheid

De dierenarts moet zijn beroepsaansprakelijkheid verzekeren, op een wijze aangepast aan de uitgeoefende beroepsactiviteit.

Beroepsgeheim

De dierenarts moet vertrouwelijk omgaan met de hem toevertrouwde informatie, tenzij de wet het anders vereist.

Onverenigbaarheden

Het is de dierenarts verboden de uitoefening van de diergeneeskunde te cumuleren met een ander beroep dat een conflict kan veroorzaken met de regels van de deontologische Code of het algemeen belang.

Wat is een gerechtsdeurwaarder?

Het ambt van gerechtsdeurwaarder is streng gereglementeerd in België. De gerechtsdeurwaarder heeft eigenlijk een dubbele hoedanigheid.

Hij is enerzijds een ministerieel ambtenaar bekleed met overheidsgezag, die door de wet enkele bevoegdheden exclusief mag uitoefenen. Voor de bevoegdheden die enkel als gerechtsdeurwaarder mogen worden uitgevoerd, is hij verplicht zijn ambt te verlenen en dient hij een wettelijk vastgelegd tarief toe te passen.

Anderzijds is hij ook een vrije beroeper, zoals onder andere de advocaten en de accountants. Hij oefent immers ook enkele buitengerechtelijke activiteiten uit.

De gerechtsdeurwaarder kan verschillende rollen bekleden: (artikel 519 Gerechtelijk Wetboek)

• bemiddelende rol: hij waakt over wat de rechter bepaalt, ook wordt nagekomen
• waarnemende rol: bepaalde feiten vaststellen in proces verbaal (vb Nationale Lotterij)
• adviesrol: informeren, advies over mogelijkheden van schuldinvordering,…

Hoe starten als gerechtsdeurwaarder?

Gerechtsdeurwaarder wordt men niet zomaar, en al zeker niet van de ene dag op de andere. Het is, zoals elk openbaar ambt, een beschermd beroep waarvoor een beperking is gesteld op de uitvoering ervan.

Een gerechtsdeurwaarder wordt benoemd door de Koning, maar daaraan gaat heel wat vooraf. Zo moet er in de eerste plaats een noodzakelijke academische ervaring zijn en de vereiste theoretische en praktische vaardigheden.

De gerechtsdeurwaarder is jurist van opleiding dus heeft van een master of een doctoraat in de rechten op zak, en wordt door de Koning benoemd na minstens twee jaar stage effectief te hebben gelopen en van die stage een getuigschrift te hebben verkregen. Deze stage wordt gelopen in één of meer gerechtsdeurwaarderskantoren.

De geslaagde stagiairs worden door de bevoegde benoemingscommissie geëvalueerd en gerangschikt volgens het aantal te benoemen kandidaat-gerechtsdeurwaarders, waarna de Koning zal overgaan tot benoeming. Eenmaal benoemd, maakt de kandidaat-gerechtsdeurwaarder integraal deel uit van de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders. 

Men kan het beroep enkel als zelfstandige uitoefenen.

Het aantal gerechtsdeurwaarders is bij wet geplafonneerd, zodat er jaarlijks slechts een beperkt aantal vacante plaatsen wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Een kandidaat-gerechtsdeurwaarder die benoemd wil worden tot gerechtsdeurwaarder, dient zijn kandidatuur in te dienen bij de minister van Justitie wanneer een vacante plaats wordt bekend gemaakt. Hij dient op dat moment minstens vijf jaar als kandidaat-gerechtsdeurwaarder te werken.

Hoe ziet de stage van een gerechtsdeurwaarder eruit?  

De eerste, echte kennismaking met het beroep van gerechtsdeurwaarder gebeurt via een stage bij een gerechtsdeurwaarder met minstens vijf jaar anciënniteit.

Om te beginnen moet de kandidaat-stagiair een aangetekend schrijven, vergezeld door enkele getuigschriften, richten aan de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders waarin men duidelijk maakt een stage te willen beginnen. Als de Nationale Kamer vaststelt dat aan de voorwaarden werd voldaan, wordt de syndicus van de bevoegde arrondissementskamer ingelicht en een stageboekje verleend waarin de stagemeester het verloop van de stage bijhoudt.

De praktijk leert dat de meeste stagiairs als zelfstandige werken. Het komt evenwel ook voor dat de stagiair een werknemersstatuut krijgt.

De stagiair wordt in het kader van de taken van de gerechtsdeurwaarder belast met het opmaken van akten, verzoekschriften en processen-verbaal; de stagiair gaat mee met de gerechtsdeurwaarder naar de plaatsen waar hij naar aanleiding van zijn opdrachten aanwezig moet zijn.

De stagiair wordt in kennis gesteld van de boekhoudkundige stukken die een gerechtsdeurwaarder moet bijhouden, van de besluiten die op hem betrekking hebben, van de tarieven die moeten worden toegepast, van de bijzonderheden betreffende de fiscale en de bijzondere wetten die hij in acht moet nemen en van de verzekeringen die hij moet aangaan.

Om de stagiair te helpen deze vaardigheden ten volle onder de knie te krijgen, is hij verplicht een aantal uren permanente vorming te volgen.

De stagiair moet een effectieve stage van twee volle jaren doorlopen om de stage te kunnen voltooien. Pas daarna kan hij een aanvraag doen om een stagecertificaat te krijgen.

Sinds 2014 wordt eenmaal per jaar een vergelijkend examen uitgeschreven om tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder te kunnen worden benoemd. Sinds datzelfde jaar wordt ook het aantal kandidaat-gerechtsdeurwaarders jaarlijks vastgelegd door de Koning, en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De stagiairs die in bezit zijn van een stagecertificaat, kunnen inschrijven om aan dit vergelijkend examen deelnemen. Deze bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte.

Aan welke deontologische regels moet een gerechtsdeurwaarder zich houden?

Informatieplicht

Zo zal de gerechtsdeurwaarder bij dreigende insolvabiliteit van de schuldenaar de opdracht gevende schuldeiser hiervan inlichten, opdat deze de wenselijkheid tenuitvoeringsmaatregelen te laten nemen juist kan inschatten en zal hij de schuldenaar inlichten over de mogelijkheden die de collectieve schuldregeling biedt.

Onafhankelijkheid

De gerechtsdeurwaarder kan niet optreden voor zijn echtgenote, ouders of aanverwante in directe lijn; noch voor die van zijn echtgenote. Hij kan ook niet optreden tegen diezelfde personen. Hij moet oppassen dat hij niet in een positie komt waarin zijn eigen belangen rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn.

Onpartijdigheid

De gerechtsdeurwaarder heeft de plicht de rechtzoekende op gelijke voet en zonder ongerechtvaardigd onderscheid te behandelen. (artikel 47 tot 49 codex deontologie)

Permanente vorming

De gerechtsdeurwaarder is verplicht zijn kennis bij te houden en te perfectioneren.

Professionele verantwoordelijkheid

De gerechtsdeurwaarder kan aansprakelijk worden gesteld voor de materiële gevolgen van een abnormale en onverantwoorde vertraging in de uitvoering van zijn opdracht.

De gerechtsdeurwaarder heeft de plicht zijn beroepsbijdragen te betalen en een verzekering af te sluiten. Hij moet verzekerd zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid, zodat de met het beroep verbonden risico’s zo goed mogelijk gedekt zijn.

Beroepsgeheim

Deze verplichting dekt alle vertrouwelijke informatie die hun werd toevertrouwd of waarvan zij kennis hebben genomen in het kader van de uitoefening van hun functies.

Onverenigbaarheden

Een gerechtsdeurwaarder is het verboden om zelf of door een tussenpersoon enig ander beroep uit te oefenen. Met uitzondering van onderwijs of onderzoeksopdrachten.

Plicht tot onkreukbaarheid

Deze plicht heeft betrekking op het respecteren van andermans goed en het naleven van de rechten en plichten naar het recht. (artikel 51 codex deontologie)

Plicht tot beschikbaarheid en nabijheid

De gerechtsdeurwaarder moet ervoor zorgen dat zijn kantoor alle werkdagen minstens drie uur per dag toegankelijk is voor het publiek. (artikel 63 codex)

Plicht tot juistheid en nauwkeurigheid

Wat de gerechtsdeurwaarder tijdens de uitoefening van zijn ambt neerschrijft, heeft het karakter van een authentieke akte. (artikel 68 codex)

Informatieplicht

De plicht tot informatie moet beperkt zijn tot wat noodzakelijk maar voldoende is om de betrokken rechtzoekende zich bewust te laten worden van zijn verantwoordelijkheden.

Plicht tot waardigheid en terughoudendheid

De gerechtsdeurwaarder moet zijn gedrag, zowel privé als openbaar, aanpassen aan zijn plicht van waardigheid en terughoudendheid, alsook aan de eisen die verbonden zijn met zijn functie. (artikel 73 codex)